Uit het onderzoek van de onderwijsinspectie van 2023, blijkt dat er nog steeds veel problemen spelen in het basisonderwijs. Pabo-studenten die niet altijd alle vaardigheden hebben om leerlingen te helpen of bewezen ineffectieve lees- en rekenmethodes die tot de dag van vandaag nog gebruikt worden. Daarnaast gaat het leesniveau ook nog altijd achteruit. Dit soort problemen spelen al een langere tijd. Hoe komt het dat deze problemen nog steeds spelen? Wat houden deze problemen precies in? En misschien nog wel belangrijker, hoe kunnen wij deze trend tegen gaan?
Lesmethodes werken niet
Een van de oorzaken van de verslechtering van het basisonderwijs, zijn de lesmethodes. Van ‘Nieuwsbegrip’ tot ‘De wereld in getallen’, lesmethodes bestaan voor elk onderdeel dat leerlingen op de basisschool tegenkomen. Een lesmethode is bedoeld om een leraar een duidelijke structuur te bieden voor wat de leraar aan leerlingen moet overdragen, zoals beschreven in een artikel over lesmethodes van Echt Onderwijs in een artikel over lesmethodes. Lesmethodes zijn sinds 1963 een belangrijk deel van het onderwijs. Maar al deze lesmethodes blijken niet goed te werken. Bij het vak taal is het zo dat al sinds 1995 duidelijk is dat leesmethodes zoals Nieuwsbegrip totaal nutteloos zijn. Volgens een rapport van Cito (2019), staat dat de leerlingen waarop deze leesmethodes getest zijn, geen enkele relevante leesstrategie konden noemen. Volgens de Programme for International Student Assessment (PISA) stond Nederland in 2015 op de negende plaats. Maar in 2022 stond Nederland nog maar op de 34ste plaats van het. Wijzer over de basisschool vermeldt dat de teksten bedoeld zijn om de woordenschat van het kind uit te breiden. Het probleem is alleen dat het kind voordat het begint met zo’n tekst al 90% van deze woordenschat in huis moet hebben. Er wordt bij het toepassen van de lesmethode er vanuit gegaan dat de ouders van het kind voordat er wordt gestart met de tekst al bezig zijn met deze woordenschat. Wat ook opvalt is dat Nederland het enige Europese land is dat begrijpend lezen als een apart vak toetst, aldus Investico. Technisch lezen blijkt dus veel belangrijker en daarnaast benodigd om überhaupt met begrijpend lezen te beginnen.
Te weinig leesplezier
Het is geen geheim dat het leesniveau van basisschoolleerlingen verslechtert. Dit blijkt ook uit het onderzoek van de Progress in International Reading Literacy Study (PIRLS). In 2016 waren er vijf westerse landen die hoger scoorden dan Nederland in leesvaardigheid, maar in 2021 waren dat er maar liefst tien, een verdubbeling. Een verklaring voor deze verminderde leesvaardigheid is dat kinderen steeds minder plezier beleven aan lezen. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat ongeveer de helft van de tienjarigen in 2021 leest voor zijn plezier. In 2016 was dit nog ongeveer twee derde van de tienjarigen. Een aanzienlijke vermindering dus. Nog een mogelijke oorzaak van het afnemende leesplezier is de zogeheten fourth grade slump. In het Nederlands de ‘groep 6-crisis’. Gedurende de basisschool verschuift de focus hoe langer hoe meer van het ‘leren om te lezen’ naar het ‘lezen om te leren’. De teksten die kinderen voorgeschoteld krijgen worden complexer en abstracter, waardoor de kans stijgt dat ze negatieve leeservaringen opdoen. Op het speciaal basisonderwijs is het dalende leesplezier een groter probleem. Dit blijkt ook nog eens uit bronnen van de onderwijsinspectie (2021), want meer dan de helft van de speciaal basisschoolleerlingen blijkt bijna nooit te lezen. Ongeveer 60% van alle speciaal basisonderwijs-leerlingen heeft een negatieve houding tegenover lezen. Dit is een groot verschil met het reguliere basisonderwijs, want daar hebben iets meer dan 30 procent van alle leerlingen een negatieve houding tot het lezen.
Begrijpend lezen ten koste van het leesplezier.
De Volkskrant heeft in 2024 een interview gehouden met Cor Aarnoutse, een van de grondleggers van het vak begrijpend lezen. In dat interview heeft hij gezegd: “Het lezen heeft alleen maar meer concurrentie gekregen. Van de tv, de telefoon, sociale media, Netflix, games, sport. Jongeren hebben het druk.” Dit wordt bevestigd uit bronnen van het SCP (2019) die melden dat jongeren hun vrije tijd liever aan gamen besteden of doorbrengen voor een tv. Wij van Onderwijskompas zijn ook de straat op gegaan om het de kinderen zelf te vragen. Wij krijgen vergelijkbare antwoorden: kinderen zitten liever thuis op sociale media of videogames te spelen, in plaats van een boek te lezen. Dit is zorgwekkend, want games spelen in mindere mate in op de fantasie van een kind, en bevordert de ontwikkeling van taal minder dan het lezen van boeken en teksten. Ook zorgt het vak begrijpend lezen voor steeds minder leesplezier. Dat is een vak waar steeds meer aandacht aan wordt besteed. Uit bronnen van de onderwijsinspectie (2022) blijkt dat 70% van alle basisscholen de methode Nieuwsbegrip gebruikt. Uit een onderzoek van KRO-NCRV (2023) blijkt dat kinderen deze methode ‘saai’ vinden omdat ze telkens dezelfde strategieën leren. Dit vermindert het leesplezier van de kinderen omdat ze leuke boeken associëren met het saaie begrijpend lezen. Bij nieuwsbegrip gaat het ook niet zo zeer om waar de teksten over gaan, maar welke signaalwoorden er in deze teksten te vinden zijn. De inhoud van zo’n tekst wordt hierdoor irrelevant, maar dat is juist hetgeen wat lezen leuk maakt.
Lerarentekort of niet goed opgeleid
De leerkracht van het basisonderwijs wordt tegenwoordig opgeleid op de pedagogisch academie voor het basisonderwijs, beter bekend als de pabo. Hier leert de aankomende leerkracht alles over de leerstof die ze hun leerlingen zullen moeten overbrengen, waaronder de belangrijkste vakken: rekenen en taal. Nadat de leerkracht deze 4 jaar durende opleiding heeft afgerond, zijn ze bevoegd om de leerlingen les te mogen geven. Maar wat blijkt nou, veel leerkrachten hebben zelf moeite met de lesstof die ze duidelijk moeten overbrengen aan de leerlingen. Uit eerdere studies van Trouw (2022) blijkt dat rond de 40% van de net afgestudeerde pabo-studenten onvoldoende kennis hebben op het gebied van zinsontleding & spelling. Gepaard met deze onwetendheid van de lesstof zijn een deel van de leraren die nu voor de klas staan onvoldoende in staat om kinderen goed te onderwijzen. Laat staan dat ze een uitdaging kunnen geven aan de leerlingen die dit nodig hebben. Laat staan dat ze een uitdaging kunnen geven aan de leerlingen die dit nodig hebben. Maar dit probleem bestaat helaas niet uit één factor, want het te lage niveau van leerkrachten komt ook deels doordat er een lerarentekort heerst. Hierdoor moeten leerkrachten vaak veel overwerken en bijspringen waar nodig, waardoor ze gedwongen zijn minder tijd te stoppen in de voorbereiding voor de volgende les. Stress en burn-outs spelen daarom dus ook een grote rol in de kwaliteit van het lesgeven, aldus wij-leren.nl (2017). Als de leerkracht met een te hoge druk moet lesgeven aan de klas, kan de leerkracht minder goed opletten of alle leerlingen de lesstof wel snappen, waardoor ze geen extra aandacht kunnen geven aan de leerlingen die specifiek op dit onderdeel moeite hebben. Doordat leerkrachten burn-outs krijgen, wordt het lerarentekort groter, waardoor de stress tot een hoger niveau oploopt, waardoor er dus nog meer leerkrachten uitvallen door stress en burn-outs.
Leerkracht genoodzaakt het heft in eigen handen te nemen
Petra Kroon, eigenaar van de rekenhoek, leerkracht van groep 3 en de auteur van de nieuwe rekenmethode Semsom vertelt: “Al snel kwam ik erachter dat de rekenmethode niet voldeed. Waar ik het in het begin nog wel prettig vond dat de rekendoelen niet zo hoog gegrepen waren [..] liep ik later vast. De leerstof ging in de methode opeens heel snel en sloeg stappen naar mijn inzien over. Weinig materiaalgebruik en veel op het formele niveau. Het werken in het werkboek vond ik niet veel toevoegen. In groep 3 kan je nog zoveel leerstof aanbieden door middel van spel. Daarnaast ging er veel rekentijd verloren met werkinstructie.” Daarnaast merkte Kroon dat ze het met deze methode niet zouden halen bij de cito, terwijl ze op de toetsen van de lesmethode die ze gebruikte wel hoge scores haalden. Sindsdien houdt Kroon haar eigen website bij en verkoopt ze haar eigen methode die beter aansluit bij de cito. “Het idee was om de eerste blokken van een rekenmethode in te korten of over te slaan. Op deze wijze ontstaat er meer ruimte in het programma. De lesstof werd ook meer op een spelende wijze aangeboden”, vertelt ze. Zo hoopt ze de leerlingen te helpen hun weg te vinden in de wirwar van getallen.
Leerkrachten beginnen dus hun eigen lesmethodes te maken omdat ze zelf merken aan de leerlingen dat ze het niet goed halen als ze met de methodes van de school aan de slag gaan.
De streef naar minder laaggeletterdheid
Dr. Kees Vernooy, die tot zijn pensionering lector was in effectief taal- en leesonderwijs, vertelt op de website van Expertis: “Het streven is uitgesproken dat Nederland in 2030 geen laaggeletterdheid meer kent. Dat is een mooi ideaal. Maar dan moet je beginnen met meer aandacht voor leren lezen op pabo’s. En op scholen adviseer ik meer tijd te besteden aan vloeiend leesonderwijs. Zorg dat je dat op orde hebt met goede doelgerichte instructies. We weten dat de belangrijkste jaren voor de basisvaardigheden taal en rekenen de beginners jaren zijn, het fundament wordt in de onderbouw gelegd. Zet technisch lezen dus in de onderbouw hoger op de agenda en maak gebruik van de kracht van herhaling. We vergeten te vaak dat een goede start in het onderwijs belangrijk is voor het zelfvertrouwen van leerlingen. Ook weten we dat kinderen die in de begin-groepen niet goed leren lezen nooit meer een goede lezer worden.” Opbrengstgericht en planmatig werken begint met het stellen van tussentijdse en einddoelen waarnaar gestreefd wordt. Een belangrijk tussendoel voor technisch lezen is dat kinderen zo vloeiend lezen dat ze kunnen overgaan op stillezen (als vuistregel geldt hiervoor AVI-niveau eind groep 4). In de voortgezette oefening daarna ontwikkelen ze de vaardigheid verder met steeds complexere teksten. Een belangrijk einddoel voor begrijpend lezen is dat leerlingen in groep 8 referentieniveau 2F halen. Dat wordt sterk bevorderd door vloeiend hardop lezen op niveau AVI-Plus (Van Til e.a., 2018).
Voorlezen stimuleert leesplezier
Leesplezier is cruciaal om het leesniveau van de leerlingen te versterken. Een van de oplossingen is vrij lezen. Dit houdt in dat leerlingen zelf een boek kunnen kiezen om te lezen. Hierdoor willen we het aantal 10-jarige kinderen dat een zelfgekozen boek mag lezen op school verhogen. Naast dat de fantasie van het kind verrijkt wordt, gaat ook het leesplezier omhoog omdat het kind hier dan ook echt in geïnteresseerd is. Doordat het kind meer plezier ervaart tijdens het lezen zal het in de toekomst ook meer gaan lezen, waardoor de woordenschat omhoog gaat. Dit is op het moment al in uitvoering, en het aantal leerlingen dat een boek meebrengt is dan ook aan het stijgen, aldus Expertisecentrum Nederlands, 2017. Een andere oplossing voor het weinige leesplezier is het voorlezen. Hier kunnen ouders het initiatief nemen. Volgens de OCO (Onderwijs Consumenten Organisatie), blijkt dat ouders het leesplezier van hun kinderen kunnen stimuleren door ze dagelijks voor te lezen. Maar het bevordert niet alleen hun leesplezier, het heeft ook een positieve invloed op hun taal- en leesvaardigheid. Dit hoeft niet te stoppen als kinderen wat ouder worden. OCO vervolgt: “Onderzoek toont juist aan dat het goed is voor de taalontwikkeling om ook oudere kinderen die al zelf kunnen lezen regelmatig voor te lezen”.
Maar hoe gaat het nu verder?
Er spelen nog altijd veel problemen in het basisonderwijs. Er vindt al wel veel verandering plaats, er is meer aandacht voor het gebrek aan goede lesmethodes, er zijn al oplossingen voor het leesplezier en we worden ons er bewust van dat pabo-studenten meer hulp nodig hebben bij het lesgeven, om zo het niveau van het onderwijs hoog te houden. Maar het leesplezier en -niveau is nog lang niet waar het zou moeten zijn. Zolang scholen de les begrijpend lezen blijven geven in de combinatie met nu-bestaande lesmethodes zal het leesniveau, en daarmee dus ook het leesplezier, nog verder dalen. De focus van lezen moet meer op de inhoud worden gelegd, en minder op de technische aspecten, want die blijken volgens de resultaten van de PIRLS & PISA toch niet zo belangrijk te zijn als de lesmethodes beweren.
Geef een reactie