Met de invoering van de Wet passend onderwijs kwam de verwachting dat kinderen met lichte problemen op school niet meer naar het speciaal onderwijs moeten. De wet zou zorgen voor meer rust voor ouders, ondersteuning van leraren en vooral hulp voor kinderen met een beperking, leer- of gedragsprobleem. Is deze verwachting uitgekomen?
Kritiek op passend onderwijs
Veel leerlingen, ouders en docenten zijn het erover eens dat de Wet passend onderwijs niet geholpen heeft. Kinderen krijgen niet de hulp die ze nodig hebben en veel ouders sturen hun kinderen daarom alsnog naar speciaal onderwijs.
Wat is passend onderwijs?
In 2014 is de Wet passend onderwijs ingevoerd, dit houdt in dat leerlingen met onder andere een beperking, leer- of gedragsprobleem niet meer zomaar naar speciaal onderwijs gestuurd worden. Deze kinderen blijven op het reguliere onderwijs en ontvangen hier de extra hulp en voorzieningen die ze nodig hebben. Hierdoor wordt het onderwijs inclusiever. Kinderen met zwaardere leer- of gedragsproblemen en leerlingen die moeite hebben met horen, zien of spreken, gaan wel naar het speciaal onderwijs.
De bovengenoemde extra ondersteuning kan op elke school anders geregeld zijn en staan in een ondersteuningsplan. Dit en meer is geregeld door de Nederlandse overheid (2022).
‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik iemand anders moest zijn dan wie ik was op school. Dat ik me anders moest gedragen om mee te kunnen doen hoe zij het willen’ Kind, 14 jaar.
Volgens de Evaluatie Passend Onderwijs (2020) heeft de wet geleid tot betere organisatie van de ondersteuning voor de leerlingen en het budget hiervoor. En ook de samenwerkingsverbanden tussen scholen functioneren goed.
Toch zijn veel scholen kritisch, horen we negatieve geluiden van ouders en de leerlingen. Volgens een onderzoek van de Kinderombudsman (2020) ervaren leerlingen een druk om op school mee te komen met een manier van leren die eigenlijk niet bij hen past. Het tempo, de leermethoden, en instructies passen niet bij hoe zij het beste leren. Vooral leerlingen op het reguliere onderwijs geven aan zich niet thuis te voelen op school.
‘Ze helpen me niet, pas toen m’n moeder en zus boos op school kwamen werd er een plan gemaakt om mij te helpen’ kind, 12 jaar.
Een van de doelen van het passend onderwijs was dat ouders minder zorgen en meer duidelijkheid zouden hebben met betrekking tot het vinden van een gepaste school voor hun kind. Ook deze belofte is niet waargemaakt. De meeste ouders zijn niet bekend met de zorgplicht.
De zorgplicht houdt in dat een school verplicht is om ouders en hun kinderen te helpen zoeken naar een gepaste school, wanneer zijzelf niet de hulp kunnen bieden die het kind nodig heeft.
Dit leidt tot veel ‘wegadviseren’, scholen verwijzen leerlingen door naar andere scholen en bieden verder geen hulp. Hierdoor zijn ouders toch zelf verantwoordelijk voor het vinden van een gepaste school voor hun kind, en hebben zij nog steeds dezelfde zorgen als voorheen.
Ouders zijn vaak degene die moeten ingrijpen of meerdere keren aan de bel trekken om te zorgen dat hun kind ondersteuning krijgt, omdat leraren dit zelf niet opmerken. De hulp komt vaak maar langzaam op gang. Ouders worden doorverwezen of krijgen te maken met ingewikkelde bureaucratische procedures.
‘Als ik vertelde dat ik overprikkeld was, dan zeiden ze: ‘’Oh, jij bent er zo een. Daar heb ik wel een oplossing voor.’’ Ze luisterden niet goed.’ kind, 14 jaar.
Volgens de zorgleerlingen moeten leraren beter weten wat hun problematiek of beperking inhoudt en hoe ze hier op een goede, professionele manier mee om moeten gaan. Leraren hebben hier ook niet altijd de (goede) faciliteiten voor. Ze krijgen hierdoor vaak het gevoel tekort te schieten. Door te grote klassen en een lerarentekort vinden leraren het lastig om zorgleerlingen de extra aandacht te geven die ze nodig hebben, aangezien dit van de aandacht voor de rest van de klas af gaat.
Omdat leraren tevens niet de expertise hebben op het gebied van diverse beperkingen bieden ze vaak standaard oplossingen aan. Hierdoor sluit de hulp vaak niet aan op de specifieke behoeften van een leerling.
Problemen die leerlingen hebben worden vaak niet of te laat opgemerkt. Hierdoor moeten velen van hen een jaar overdoen of zelfs van school wisselen, terwijl dit niet nodig was geweest. De mensen die hun hulp moeten regelen zijn vaak star. Er is ook weinig informatie beschikbaar over wat een school allemaal kan bieden met betrekking tot deze beperkingen en problemen, hierdoor wordt het moeilijker voor ouders en vooral leerlingen om mee te praten over eventuele oplossingen.
‘Er is wel aan mij gevraagd wat ik wil maar dat vind ik moeilijk en ik weet ook niet wat er allemaal mag’ Kind, 11 jaar.
De leerlingen voelen zich niet gehoord en vinden het lastig om zich te uiten over hun problemen. Daar is meer begrip voor nodig. Er wordt niet gekeken naar wat zij precies nodig hebben. Leerlingen die hulp gekregen hebben, vertellen dat deze niet werkt en niet bij hen past. Ze verliezen hierdoor hun motivatie en zelfvertrouwen.
Sinds de invoering van passend onderwijs geven steeds meer leraren aan dat ze dit een taakverzwaring vinden, en dat ze de zorgleerlingen juist minder goed kunnen helpen dan voorheen.
‘Als ik directeur van een school was, zou ik goed naar de kinderen luisteren en beter begrijpen wat zij willen’ Kind, 11 jaar.
10 jaar na het invoeren van de Wet passend onderwijs voelen leraren, ouders en kinderen zich nog steeds niet geholpen.
Leraren willen meer hulp in het ondersteunen van de kinderen. Ouders willen minder uitzoekwerk, zorgen en sneller een verandering kunnen zien. Maar voor hen is het belangrijkste dat hun kind adequate ondersteuning krijgt.
De oplossingen die de leerlingen aandragen zijn onder andere, meer leraren en aandacht voor hen als individu. Ze willen dat er goed naar hen geluisterd wordt en dat ze serieus genomen worden. En tot slot dat ze de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.
Geef een reactie